Even voorstellen
Kees Wolthuis
Kees (Kornelis) Wolthuis (* 1947, stad Groningen): woont en werkt thans in Middelstum. Opgegroeid in dorp Haren (Gn) in aannemersgezin. Grootvaders waren boer en spoorweg-machinist – ontwikkelde hierdoor al vroeg een voorliefde voor landschap, gebouwen en spoorwegen. Tekende als kind alles wat zoal te zien was en in hem opkwam. Door dit vele tekenen werd een stevige lijnvoering ontwikkeld en door observatie een sterk visueel geheugen: als kind had je toen geen fototoestel. Vanaf 1970 werd zo’n 10 jaar intensief gefotografeerd en in de doka gewerkt met zwart/wit fotografie. Na twee ateliers in de omgeving van Middelstum werd in 1999 begonnen met de bouw van het atelier aan de Bosrand en na 2002 met partner Hilda Groeneveld in gebruik genomen.
Opleiding:
Akte tekenen, 3e graadsbevoegdheid (Apeldoorn 1969)
Academie voor Beeldende Kunsten Minerva, schilderen en grafiek (Groningen 1983-1987)
Hospitium Grafiek bij William van Veen (Groningen 1988)
Workshops bij Pieter Keune in Verfmolen De Kat (Zaandam 2010)
Techniek: Grafiek – een zelf ontwikkelde druktechniek, waarin een combinatie van hoog- en diepdruk op basis van diverse materialen. Het eindresultaat benadert het meest de kleurets. Door gebruik van zachtere plaatmaterialen dan gebruikelijk is de oplage klein – 2 of 3: het gaat dus niet om een grote oplage, maar om het grafisch resultaat ansich, wat met geen andere techniek te bereiken is.
Na de alles verwoestende brand in het 2e atelier in Oosterburen in mei 1995, waarbij ook de historische drukpers – van Marten Klompien gekregen – verloren ging, is bij gebrek aan een grafisch atelier in een vervangende techniek voorzien: aquarel en tekeninkt voor het kleurdeel en penvoering als lijn ter vervanging van de diepdruk.
Vanaf eind 2011 zal de grafiekproductie worden hervat met een nieuwe 80cm drukpers in het atelier aan de Bosrand.
Licht, heldere kleur en monumentale vormen zijn thema´s in het werk, soms geïnspireerd op de omgeving. Vaak vindt een verwijzing plaats naar een andere dimensie, waardoor het werk een magische lading krijgt.
Door het werken met transparante lagen blijft het wit van het papier als lichtbron in de voorstelling bewaard.